21-e eeuwse vaardigheden nieuwe stijl vanuit één model, één tool

Ikbenik Model (1)
Één model én digitale tool voor inzicht in talent & vaardigheid

Elke leerling heeft talent, dat is ons uitgangspunt, in combinatie met vaardigheden. Dat betekent dat de vaardigheidstool inzicht geeft in talenten & vaardigheden van elke leerling en dat we daarmee geen oordeel geven in goed-of-fout: dat bestaat niet! De ene leerling is bijvoorbeeld nu eenmaal creatiever in het bedenken van oplossingen dan de andere leerling.

Inzicht in talent & vaardigheid geeft ook gespreksstof voor de leerkracht met de leerling én met ouders/verzorgers.

Hoe zet ik ikbenik® -tool in?

De school, de leraar, de individuele leerling: allen hebben de vrijheid om te gaan met de tool wanneer het uit komt. Je hoeft de tool niet af te nemen, je kunt de tool inzetten! Dit kan klassikaal zijn, of gericht op vaardigheden in een bepaalde periode. Een school kan er zelfs voor kiezen om niet alle leerlingen alle deelvaardigheden te laten maken. Er kunnen individuele afwegingen worden gemaakt.

Opbouw en opzet

De tool is opgebouwd uit drie 'bouw'-lagen: de onderbouw, de middenbouw en de bovenbouw. De onderbouw zijn de groepen 1-2-3, de middenbouw de groepen 4-5 en de bovenbouw de groep 6-7-8. De school heeft alle vrijheid om te schuiven; de drie bouwlagen blijven echter onveranderd. (Voorbeeld: de onderbouw kan ook groepen 1-2-3-4 zijn of alleen groepen 3-4).

Voor de onderbouw is gekozen om alleen de 5 kernvaardigheden aan te bieden en niet alle 14 deelvaardigheden. De 5 kernvaardigheden vormen een prima basis voor verdieping en continuering van de doorgaande lijn in de middenbouw en bovenbouw. Een leraar in de onderbouw kan door middel van observaties en/of gesprekken met de leerling samen de stellingen langslopen. De stellingen zijn in eenvoudige taal weergegeven en de vier mogelijkheden worden als smileys in de tool weergegeven. De leerling hoeft alleen maar op een smiley te klikken. De leerkracht kan er ook voor het kiezen om klassikaal de stellingen langs te lopen.

De onderbouw bestaat uit de groepen 1-2-3. Dus drie jaar heeft een leerkracht de tijd om de 5 kernvaardigheden met leerlingen te doorlopen. Ook kan als school besloten worden om slechts één kernvaardigheid in de eerste drie schooljaren aan te bieden: de keus is aan de school.

Het invullen van een deelvaardigheid kan zo vaak als een leerling wil. Hypothetisch: een leerling heeft (deel)vaardigheid X ingevuld, en kijkt naar het overzicht. De leerling wil een jaar later opnieuw kijken hoe hij/zij zijn/haar talent & vaardigheid ontwikkeld heeft en gaat opnieuw de deelvaardigheid invullen. De leerling kan binnen de bouw zo vaak de deelvaardigheid invullen als hij/zij wil. De leerling kan niet naar een andere bouw om te kijken of in te vullen. Deze bouw is geblokkeerd.

Tijdsinvestering

Uit de gegevens van de pilotscholen blijkt dat een leerling uit de midden- en bovenbouw gemiddeld 15 tot 20 minuten per deelvaardigheid kwijt is aan het invullen van de tool. De 14 deelvaardigheden zijn verdeeld over maximaal 3 leerjaren met mogelijke herhaling. De tool kan eventueel opgenomen worden in de weektaak. Als je elke maand één deelvaardigheid centraal stelt, deze ook centraal inzet, inclusief herhaling (inzicht in ontwikkeling), is de klassikale investering 30 minuten per maand (maken deelvaardigheid, leerling bekijkt ontwikkeling en leest verdere groei).

Opbouw deelvaardigheden in doorgaande lijn

Alle kernvaardigheden (5) komen in de onderbouw terug. Alle deelvaardigheden (14) komen in de middenbouw en bovenbouw terug. Er is een doorgaande lijn m.b.t. de zwaarte van de stelling van de vaardigheden in de drie bouwen. We hebben voor de onderbouw de 14 deelvaardigheden teruggebracht tot 5 kernvaardigheden. 

Een voorbeeld:

  • Onderbouw: ik zet door
  • Middenbouw: ik zet door en als iets tegenzit, geef ik niet op
  • Bovenbouw: ik zet door en als iets tegenzit, geef ik niet op en ben opzoek naar (andere) oplossingen

Zo kan het voorkomen dat een leerling die in de middenbouw zit, de vaardigheid van de bovenbouw toepast: fantastisch!

Nog een voorbeeld:

  • Onderbouw: ik laat de ander uitpraten
  • Middenbouw: ik luister naar de ander
  • Bovenbouw: ik luister actief (ik knik, ik kijk de ander aan..), vat samen en stel vragen voor de duidelijkheid

Wanneer een leerling een stelling leest, heeft de leerling de keuze uit 4 opties;

  1. Ik vind het nog moeilijk
  2. Ik werk eraan en kan het bijna
  3. Ik kan het
  4. Ik doe het altijd

Een leerling vult de optie in die het best past.

De doorgaande lijn wordt óók bepaald door items. Alle stellingen hebben we gecategoriseerd in 5 items die in elke deelvaardigheid terugkomen. Behalve voor burgerschap: daar hebben we andere items, passen bij het curriculum.

De items zijn:

  1. Spelen of doelen of gedrag (afhankelijk van kern- of deelvaardigheid)
  2. Ik in mijn werkgroep(je)
  3. Materialen of informatie/praktische vaardigheid
  4. Taken & opdrachten of veiligheid
  5. Bewustzijn (beseffen): ik in de klas of sfeer: ik in de klas          

Er is tevens een onderscheid gemaakt in aantal stellingen:

  • Onderbouw: 3 stellingen bij de 5 kernvaardigheden
  • Middenbouw: 4 stellingen per stuk, per deelvaardigheid
  • Bovenbouw: 5 stellingen per stuk, per deelvaardigheid

In de handleiding wordt uitgebreid aandacht besteed aan het praktische gedeelte en praktische werking.

Inspectie van het onderwijs (nieuwsbrief april 2021)

'..Basisvaardigheden heb je nodig om goed mee te kunnen doen in de maatschappij... sociale en maatschappelijke competenties (vaardigheden ) behoort ook tot de maatschappelijke opgaven van het onderwijs. ... de inspectie heeft basisvaardigheden voor de jaren voor alle sectoren als speerpunt....'

ikbenik® vrijblijvend proberen?
Vraag een demo aan van de ikbenik® tool!

Al overtuigd? Vraag dan hier een licentie aan